Het federale regeerakkoord (=Arizona-akkoord) is een feit! Het akkoord bevat diverse maatregelen op het gebied van fiscaliteit, gezondheidszorg, migratie en defensie.
Deze maatregelen dienen allemaal nog in een wettekst te worden omgezet én gepubliceerd te worden waarbij we dus enig voorbehoud noteren tot definitieve publicatie.
Echter wordt aangegeven dat deze allemaal in 2026 zullen worden ingevoerd (tenzij anders vermeld).
We sommen er hieronder enkele op.
Voor de volledige inhoud verwijzen we graag naar volgend artikel:
1. Vennootschapsbelasting
Hybride personenwagens
Het aftrekpercentage voor hybride voertuigen wordt tot eind 2027 vastgesteld op 75%. Daarna zal het percentage in 2028 dalen naar 65% en in 2029 naar 57,5% (gelijktijdig met de daling voor elektrische voertuigen). Deze percentages blijven gelden voor de volledige gebruiksduur van het voertuig bij dezelfde eigenaar of huurder. De brandstofkosten van hybride voertuigen blijven tot eind 2027 voor 50% aftrekbaar. De elektrische verbruikskosten van hybrides zullen dezelfde aftrekbaarheid hebben als die voor volledig elektrische voertuigen.
Voor hybride voertuigen met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gram per kilometer geldt een uitzondering: indien het percentage volgens de aftrekformule hoger is dan 75%, kan het hogere percentage tot eind 2027 toegepast worden.
Harmonisatie liquidatiereserve en VVPR-bis
Betreft de liquidatiereserve wordt de wachttermijn verkort van 5 naar 3 jaar. Het tarief van de 5% roerende voorheffing wordt vanaf 1 januari 2026 verhoogd naar 6,5% voor nieuw aangemaakte liquidatiereserves.
Dit resulteert in een verhoging van het effectieve belastingtarief van 13,64% naar 15%, hetzelfde tarief als bij de VVPR-bis. Vervroegde uitkeringen binnen de 3 jaar worden belast tegen het normale tarief van 30% roerende voorheffing.
Managementvennootschappen
Het huidige minimumloon van € 45.000 voor bedrijfsleiders om in aanmerking te komen voor het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting wordt verhoogd naar € 50.000 en zal vanaf nu jaarlijks geïndexeerd worden.
De bedrijfsleidersbezoldiging zal uit een maximum van 20% van het jaarlijkse brutoloon uit voordelen alle aard bestaan (aanvullende bonussen zijn wel nog mogelijk).
Meerwaarde op aandelen
Meerwaarden gerealiseerd op aandelen zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting zolang de uitkerende vennootschap wordt belast op haar winst volgens een normaal belastingregime (taxatievoorwaarde) en de participatievoorwaarde wordt nageleefd.
In lijn met de verstrengingen rond DBI, blijft de participatievereiste van 10% ongewijzigd, maar het drempelbedrag van € 2,5 miljoen wordt verhoogd naar € 4 miljoen. Daarnaast wordt er een nieuwe voorwaarde toegevoegd: de deelneming moet kwalificeren als een financieel vast actief.
Deze verstrengingen zijn niet van toepassing op kleine en middelgrote ondernemingen.
Chequesystemen
Ondernemingen zullen de mogelijkheid krijgen om de maaltijdcheques te verhogen met twee maal €2 (met een maximum van € 12,00 per cheque).
De aftrekbaarheid van de werkgeverskost zal overeenkomstig worden verhoogd.
Ook zullen de opties voor besteding van de maaltijdcheques uitgebreid worden.
De andere cheques (ecocheques, cultuurcheques, …) worden uitgedoofd in samenspraak met de sociale partners.
Aftrekverbod
Het aftrekverbod in de vennootschapsbelasting zal voortaan alleen van toepassing zijn bij herhaalde overtredingen, waarbij minstens een belastingverhoging van 10% wordt toegepast (en niet bij vergissingen te goeder trouw of administratieve fouten).
De compensatie voor de bijkomende belastbare grondslag kan alleen worden toegepast op de verliezen van het huidige jaar, niet op die van voorgaande jaren.
Tijdelijk verhoogde kostenaftrek voor elektrische bestelwagens en vrachtwagens
Om elektrische bestelwagens en vrachtwagens te stimuleren, zal er tijdelijk een verhoogde aftrek ingevoerd worden voor deze voertuigen.
Zodra er voldoende alternatieven op de markt zijn, zal gekeken worden hoe het voordeel voor fossiele wagens kan uitgefaseerd worden.
Vennootschapsbijdrage
De vennootschapsbijdrage wordt aangepast op basis van het balanstotaal. Hierdoor zullen kleine ondernemingen minder moeten betalen en grote ondernemingen iets meer.
2. Personenbelasting
Werken stimuleren
Vanaf 2027 zullen de nettolonen geleidelijk stijgen voor wie werkt.
Dit zal gebeuren door de belastingvrije som te verhogen, de bijzondere bijdrage sociale zekerheid te verlagen en de sociale werkbonus te versterken.
Ondernemersaftrek
Vanaf 2027 wordt de ondernemersaftrek ingevoerd voor zelfstandigen in hoofd- en bijberoep. Zij kunnen een eerste schijf van hun winst en baten (na verrekening van fiscale verliezen en aftrek van beroepskosten) als ondernemersaftrek aftrekken. Dit bedrag wordt in 2029 verhoogd.
Bijverdienen als gepensioneerde
Gepensioneerden die na een volledige loopbaan van 45 jaar of na de wettelijke pensioenleeftijd willen bijverdienen, zullen voortaan minder belasting betalen dan nu, met een vereenvoudigde bevrijdende heffing van 33%, die voordeliger is dan het huidige systeem. Degenen die nu al minder belasting betalen, behouden dat voordeel.
Flexi-jobs
Het maximum jaarinkomen voor flexi-jobs zal verhoogd worden van € 12.000 naar € 18.000. Het maximum uurloon zal verhoogd worden van € 17 naar € 21.
Deze bedragen zullen ook indexeren in de toekomst.
Het zal als voltijdse werknemer, met de werkgever verbonden onderneming, mogelijk zijn om te werken als flexi-job.
Flexi-jobs worden uitgebreid naar alle sectoren.
Sectoren zullen nog steeds via een opt-out flexi-jobs kunnen uitsluiten of reguleren.
Personeel belonen in loon
De bestaande collectieve bonussystemen (CAO 90, winstpremie, …) zullen vereenvoudigd en geharmoniseerd worden.
Tweede pensioenpijler
De verschillende stelsels voor zelfstandigen (VAPZ, IPT, POZ) zullen geharmoniseerd en vereenvoudigd worden. Ook de 80%-regel zal hervormd worden.
Vanaf 2026 zal het maximale bijdrage percentage van het klassieke Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) stijgen van 8,17% naar 8,5%.
Het maximale bijdragetarief voor de sociale VAPZ wordt overeenkomstig aangepast.
Pensioenen derde pijler
Het verhoogd pensioensparen wordt geïntegreerd in het klassieke pensioensparen.
Hervorming van het statuut van zelfstandige in bijberoep
Vanaf 2026 zullen zelfstandigen in bijberoep kunnen bijdragen aan de Vrije Aanvullende Pensioenregeling voor Zelfstandigen (VAPZ). Er zullen gelijke voorwaarden gelden tussen bijberoepers en hoofdberoepers.
Schijnzelfstandigheid zal bestreden worden.
Huwelijksquotiënt
Vanaf 2029 zal het huwelijksquotiënt gehalveerd worden voor niet-gepensioneerden.
Voor gepensioneerden zal dit op lange termijn uitdoven.
Onderhoudsuitkering
De aftrekbaarheid van onderhoudsuitkeringen zal dalen van 80% naar 50%.
Onderhoudsuitkeringen naar landen buiten de EER zullen niet langer aftrekbaar zijn.
Belastingverminderingen in de personenbelasting
De belastingvermindering voor werkloosheidsuitkeringen wordt afgeschaft en voor de hoogste pensioenen wordt dit afgebouwd.
De belastingvermindering voor giften daalt van 45% naar 30%.
De huidige voorwaarden van de bestaande belastingverminderingen voor startende ondernemingen en groeibedrijven zullen in één vermindering geïntegreerd worden.
De volgende belastingvermindering verdwijnen:
- beleggingen in ontwikkelingsfondsen voor microfinanciering
- huisbedienden
- adoptiekosten
- rechtsbijstandsverzekering
- minderwaarden gelegen naar aanleiding van de gehele verdeling van het maatschappelijk vermogen van een private privak
- elektrische motorfietsen, driewielers en vierwielers
Uitdoven van de federale interestaftrek
De federale interestaftrek voor de niet-eigen woning wordt geschrapt.
Kinderen ten laste
- De fiscale vrijstelling voor inkomsten uit studentenarbeid wordt verhoogd naar € 12.000 voor iedereen.
- Het contingent voor studentenarbeid wordt verhoogd van 475 uren tot 650.
- De toeslag op de belastingvrije som voor een kind ten laste, zal in de toekomst voor ieder kind ten laste gelijk zijn.
- De toeslag op de belastingvrije som voor alleenstaande ouders zal enkel nog toegekend worden aan werkelijk alleenstaande ouders.
- Het belastingkrediet voor kinderen ten laste wordt niet langer geïndexeerd.
Geen belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen
In de personenbelasting wordt vanaf 2026 de belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen afgeschaft. Dit jaar wordt de bestaande incentive voor eigen middelen verdubbeld. Bovendien wordt er een vijfde periode voor voorafbetalingen ingevoerd, die uiterlijk op 20 februari van het aanslagjaar moet worden voldaan, met een bonificatie van 0,5 keer de basisrentevoet.
Onbelast leefloon mee op aanslagbiljet
Het leefloon is onbelast, maar zal als inkomen mee opgenomen worden in de aangifte.
3. Btw
Btw-tarieven
Het btw-tarief voor de levering en installatie van warmtepompen gaat tijdelijk van 21% naar 6% voor de komende 5 jaar.
Het bestaande toepassingsgebied voor sloop en heropbouw (aan 6% btw) wordt verlengd en wordt uitgebreid naar leveringen, met behoud van de huidige sociale voorwaarden. Bij leveringen wordt het oppervlaktecriterium evenwel verstrengd van 200m2 naar 175m2.
De btw voor de levering en installatie van een verbrandingsketel op fossiele brandstoffen (gas, mazout, enz.) wordt verhoogd van 6% naar 21% in het kader van een renovatie (voor woningen ouder dan 10 jaar).
Witte kassa
De witte kassa wordt ingevoerd in de gehele horeca. Daardoor kunnen heel wat administratieve verplichtingen geschrapt worden zoals de verplichting tot het uitreiken van rekeningen.
Er wordt een uitbreiding naar andere fraudegevoelige sectoren doorgevoerd. Er komt een tolerantie voor kleinschalige activiteiten, zodat deze buiten het toepassingsgebied vallen. De drempel van € 25.000 blijft behouden, maar de berekeningswijze wordt aangepast.
Vanaf 2028 wordt voor transacties tussen btw-belastingplichtigen en voor transacties waarbij een GKS wordt gebruikt, een systeem van ‘real time reporting’ ingevoerd. Dit houdt in dat kassa’s, betaal- en facturatiesystemen gekoppeld zullen worden aan de administratie en btw-gegevens automatisch zullen worden doorgegeven. De verplichting om vanaf 1 januari 2026 gestructureerde elektronische facturen te sturen voor lokale handelingen in een B2B-context is een voorbereidende maatregel voor de regeling die vanaf 1 januari 2028 voorgesteld wordt.
